"Taal zorgt voor herkenning en houvast”

26 januari 2016

"Juist wanneer je je ontheemd voelt, zorgt taal voor herkenning en houvast”

“Van het ene op het andere moment verstond ze geen woord Nederlands meer.” Anna Kramer vertelt het verhaal van haar schoonmoeder, mevrouw Wever, die in het najaar van 2014 met een hersenbloeding in het UMCG in Groningen wordt opgenomen. Waar het verzorgend personeel als voertaal standaard Nederlands spreekt, verstaat haar schoonmoeder alleen nog de taal waarin ze haar hele leven heeft gesproken: het Gronings. “Pas dan weet je hoe belangrijk taal in de zorg is.”

Je verstaanbaar kunnen maken wanneer je onverwachts in het ziekenhuis beland. Het lijkt zo vanzelfsprekend dat patiënt en verpleging elkaar in de wereld van de zorg begrijpen. Maar het tegendeel is waar, ontdekt Anna Kramer wanneer haar schoonmoeder met een hersenbloeding wordt opgenomen op de spoedafdeling van het UMCG in Groningen. Al snel blijkt dat ze niets verstaat of begrijpt van wat de verpleging en artsen tegen haar zeggen. Naast de rol van zoon die in snel tempo alle randzaken moet regelen, wordt Anna’s man plots ook tolk en daarmee verantwoordelijk voor de communicatie tussen zijn moeder en de verpleging. “Een dubbelrol, die niet altijd gemakkelijk was.”

Recht voor z’n raap

Het is ’s ochtends vroeg wanneer Anna’s man wordt gebeld door het verzorgingstehuis in Ter Apel, met de mededeling dat zijn moeder een hersenbloeding heeft gehad. Anna weet zich het moment nog goed te herinneren. “Mijn schoonmoeder werd met spoed naar het UMCG in Groningen gebracht. Ze kwam binnen op de brancard en was volledig de weg kwijt. Ook het praten ging lastig, doordat de hersenbloeding haar halfzijdig verlamd had gemaakt. Ik herinner me nog goed hoe gedesoriënteerd, bang en angstig ze was. Heel begrijpelijk, want je belandt in een totaal vreemde wereld. Wanneer je dan ook nog eens niets begrijpt van wat er tegen je wordt gezegd, moet zo’n situatie helemaal beangstigend zijn.”

Door de hersenbloeding kan mevrouw Wever alleen nog haar eigen taal verstaan. Het Gronings waarmee ze opgroeide en waarin ze haar emoties het beste kan uiten. “Veel mensen denken dat het Gronings vergelijkbaar is met het Nederlands”, vertelt Anna. “Maar de pure Groningse streektaal is echt heel anders. Het is een veel rauwere taal. Eerlijk, robuust en recht voor z’n raap. En het is niet alleen de taal die anders is, het zijn ook de omgangsvormen. Uitdrukkingen die je alleen in de streektaal kunt gebruiken of de manier waarop je elkaar aanspreekt en afscheid neemt. Dat weet je alleen wanneer je in deze regio bent opgegroeid.”

Laive wichter

Wanneer haar schoonmoeder wordt overgeplaatst naar het streekziekenhuis in Veendam, blijkt de taal ook daar een struikelblok te zijn. “In Veendam is het Gronings toch nog weer anders dan bij de grensstreek Ter Apel. Uiteindelijk is het gelukt om mijn schoonmoeder weer in haar eigen dorp Ter Apel te krijgen. Nu woont ze in een verzorgingstehuis waar het personeel haar taal spreekt. Dat is heel belangrijk voor haar welbevinden. In het begin was ze door de hersenbloeding heel erg verstrooid, maar zo langzamerhand is dat voor een groot deel bijgetrokken. Ik ben er van overtuigd dat het spreken van haar eigen taal daaraan bijdraagt. Mijn schoonmoeder is zo blij met haar verzorging. “'t Binnen heule laive wichter”, zegt ze regelmatig met een dankbare glimlach.”

Uit persoonlijke ervaring weet Anna inmiddels hoe belangrijk taal is in de wereld van de zorg. En ook in haar werk als coördinator van kunstzaken in het UMCG in Groningen merkt ze hoe taal mensen kan raken. “Toevalligerwijs waren we op het moment dat mijn schoonmoeder hier in het ziekenhuis belandde bezig met de expositie ‘Poëzie in het UMCG’. Daarvoor hebben we Friese, Groningse en Drentse gedichten geëxposeerd in de vitrines in de ontvangsthal, waar dagelijks duizenden mensen langslopen. In het gastenboek stonden ontroerende reacties van bezoekers die plots geraakt werden door een verhaal in hun eigen taal.”

Diel dizze side